Opinie: Het einde van de dienstenmaatschappij

Redactie

Een tijd lang werden ze alleen maar schaarser ‘maak bedrijven’, bedrijven die produceren. Zelf zit ik in een generatie die groot gebracht is met het idee dat werken met de handen vies is. Hoewel de filantropen het niet met me eens zullen zijn, zie ik een soort economische nivellering in de wereld. Let wel, het is een gezonde nivellering, waarbij de arme landen (langzaam) rijker worden en niet de rijke landen armer. Dit soort nivellering zou je ‘een feestje’ kunnen noemen. Ik hou het bij positief. Het betekent op termijn minder uitbuiting en onderdrukking. Over het algemeen zorgt economische vooruitgang ook voor meer welvaart van de bevolking. Maar dit mondiale succes betekent ook het nodige voor de Nederlandse en Oosterhoutse industrie.

Maken zal in mijn ogen weer populairder worden. In de eerste plaats omdat de prijsverschillen met opkomende landen zoals China, India, Brazillië en Rusland kleiner worden. Anderzijds omdat in het duurzaamheidsvraagstuk lokale productie vaak minder belastend is. Natuurlijk zijn ook koersverschillen en politieke stabiliteit oorzaken om kritisch te zijn. Maar zijn we er klaar voor?

West-Brabant en Oosterhout kiezen voor een lijn waarin wij logistiek prefereren boven diensten en deels ook boven maken. Maken is nog steeds uit. Kenniseconomie is al jaren het credo. Totaal voorbijgaand aan het feit of er voldoende cognitieve capaciteit is. We moeten allemaal slimmer worden, ongeacht of we eigenlijk wel slim zijn. Dat leidt wél tot verkeerde nivellering. Onze toppers op het HBO worden afgestopt door MBO’ers die kostte wat kost ook een HBO diploma moeten kunnen halen. Zo is het in meer opleidingslagen. Het is als leren musiceren of dansen. Zonder écht talent zal je er veel tijd en energie in moeten steken en dan nog zul je het afleggen tegen iemand die meer aanleg heeft.

Maken hoeft niet vies te zijn. Met de huidige technologie ontstaat er een definitief verschil tussen maken en repareren. Maken gebeurt meer en meer aan een schone productielijn. Repareren, bijvoorbeeld van een auto, is vaak nog wel een werkje waar smeer en vuil aan te pas komen. Maar misschien moeten we vuile handen gewoon eens gaan waarderen en er naar betalen. Want zo onderhand voelen we ons allemaal te goed om onze werkplek, en vaak zelfs ons huis schoon te maken. Maar we knijpen degene die het wel doet het liefst uit met als excuus dat ze laag geschoold zijn.

2 gedachten over “Opinie: Het einde van de dienstenmaatschappij

  • 10 oktober 2014 om 11:56
    Permalink

    En hoeveel kent de gemiddelde burger van die 100 ‘maak’bedrijven? Als het er 10 zijn, is het veel. Wij zijn geen marktleiders in productie, alleen niche spelers. Nee hoor, het moet een dienstenmaatschappij worden. De enigen die nog vuile handen krijgen zijn de Nederlandse en Belgische baggeraars actief in Azië.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *