Column Maartje: Zo de knetters!
Zo de knetters, wat ben ik duizelig zeg. Eerlijk gezegd ook kotsmisselijk, maar dat is toch zo afgezaagd om toe te geven als… je op de kermis bent! Dat je je grenzen zelfs zover legt, dat je in een of andere gestoorde uitvinding springt van een mega grote spin met karretjes aan uiteinden van haar poten, en je heen en weer, op en neer gaat en tegen je vriend schreeuwt: “Heeeeee! Ik doe net alsof ik spring, dan bereid ik mijn lichaam voor zodat ik niet misselijk wooooord!” Hier krijg je natuurlijk geen antwoord op, want het is een beetje een vreemde opmerking. Een vreemde oplossing om je lichaam voor de gek te houden met, dat je niét meer een mens bent, maar een doorgeslagen kikker die net twintig gram cocaïne heeft gesnoven en ‘alleen maar rondjes’ wil lopen. Maar écht hoor.. Zo voel ik me dan gewoon! En dan klim je met alle pijn en moeite uit dat geval en probeer je vloekend tegen jezelf niet rond te lopen als een of andere Cherry-verslaafde. Nee. Ik kan er gewoon écht niet bij dat ooit iemand van die gestoorde, losgeslagen attracties bedacht waarin je maag honderd keer wordt omgekeerd en je maaginhoud verandert in een bedorven blikje Olvarit.
En dan heb je het alleen nog over die tollende attracties! Heb je wel eens opgemerkt hoeveel lichtjes en geluidjes je hoort om je heen? Je krijgt er gewoon spontaan stuiptrekkingen van. En wat voor mij nóg opmerkelijker is, is dat je overal om je heen wezens met kinderwagens ziet lopen waar een ander wezen in ligt met óf een verschrikkelijk chagrijnige kop van ‘wat dóe ik hier?!’, of een geval dat dwars, in slaap gevallen, over de kinderwagen hangt, met een spoor kwijl achter zich aan. Ik spreek van jonge ouders die hun kinderen tot in de late uurtjes meesleuren naar de kermis. Eigenlijk zijn die wezens achter de kinderwagen eerder de kinderen en die gevallen ín de kinderwagen eerder de chagrijnige volwassenen die een enerverende werkdag achter de rug hebben. Arme stakkers! Kermis moet wel leuk blijven! En ik moet zeggen, ik ben nu ook wel heel erg negatief, hoor! Ik bedoel, ik ga alsnog graag naar de kermis. Wat mij blij maakt is dat ik daar gewoon oliebollen kan halen en mijn hele dag weer goed is als ik per ongeluk expres wat vrienden heb besmeurd met plakkende poedersuiker. Tja, je kunt je ook afvragen of dat niet gestoord is, maar dat terzijde.
Het is ook wel weer een prachtig gezicht. Mensen zijn luidruchtig, lachen en kletsen wat af met elkaar, gooien er een paar biertjes doorheen en dansen mee op de bonkende muziek. En het mooiste van al is de afsluiter van de kermis: het vuurwerk. Zo de knetters! Dat knetterde wel goed! Het was prachtig. Ik heb wel vijf keer opnieuw gezegd: “Ahh, dat was mooi! Kom, we gaan!” en dan kwam er nog een show van vijf minuten er aan vast. Weer duizend euro de lucht in. Maar het was het waard. Het laatste wat mij opviel was een vrouw, een oude bejaarde vrouw, uit het raam kijkend naar het vuurwerk met haar verzorgster met een oneindige blik. En toen het vuurwerk klaar was, was de verzorgster weg, maar de oude vrouw zat nog steeds dromend te staren naar alles wat ze waarnam op de kermis. Knuffelende stelletjes, dansende kinderen, vreemde new-age jonge ouders met kwijlende kinderwagenkinderen, ronddraaiende lichtjes en lekker eten. Wat zou ze gedacht hebben?