Opinie: Het einde van Outflow
Het besluit is genomen, de gemeente Oosterhout stopt met Outflow. Wat velen al lange tijd aan zagen komt is nu ook echt gebeurt. Er wordt een eind gemaakt aan de besteding van gemiddeld 300.000 euro per jaar voor de stage van een paar NHTV-studenten.
Sinds 2005 wordt er al gewerkt met de Outflow, op basis van de cultuurnota uit 2003 waarin werd besloten om meer aandacht te geven aan jongerenactiviteiten. Zeven jaar lang is er dus al gemiddeld 300.000 euro per jaar besteed aan Outflow (de eerste jaren wat minden, de laatste jaren meer). En dat terwijl de doelgroep niet werd bereikt, de locatie vaker leeg (en dicht) was dan vol.
Zoals wel vaker blijkt de uitvoering van ideeën lastiger te zijn dan het bedenken ervan. Het idee om jongeren de kans te geven zich te ontwikkelen op het gebied van cultuur is niet verkeerd, het geeft jongeren kansen om zich te ontwikkelen en bezig te zijn met wat zij echt willen. En dat Outflow daar een breed scala aan projecten voor heeft gehad is ook duidelijk. Ouflow Radio, Outflow TV, Battle of the Bands en verschillende soorten workshops zijn goede initiatieven.
Toch is het fout gegaan, en dat komt naar mijn mening door de organisatie aan de top. Nog maar relatief kort geleden had Oosterhout ambitieuze plannen voor de jeugd, naast Outflow ook het project JONG. Waar JONG al weer begraven is, bleef Outflow nog overeind (is ook niet vreemd als je beseft dat er voor Outflow een heel gebouw uit de grond gestampt is). Maar het nieuwe college van B&W besloot na de verkiezingen in 2010 dat er overal op bezuinigd moest worden, dus ook op cultuur voor jongeren. En dat is best te begrijpen, want een sluitende begroting is van groot belang om de lokale lasten niet te moeten verhogen, terwijl er nog steeds geld was (en is) voor cultuur en het betrekken van jongeren daarbij.
Er lijkt niet te zijn nagedacht over een stevige verankering van cultuur voor jongeren in de basisstructuur. Zowel JONG al Outflow zijn als losse projecten gelanceerd. Die hadden al lang samen opgepakt moeten worden, en dan ook in combinatie met H19. Het is niet te begrijpen dat samenwerking tussen H19 en Outflow nooit op de politieke agenda heeft gestaan. Kennis en fysieke ruimte hadden uitgewisseld kunnen worden waardoor er alleen maar voordelen zouden ontstaan. H19 krijgt dan een nieuwe locatie, Outflow is vaker gevuld door de lessen en activiteiten kunnen samen worden georganiseerd. Dit kan kosten besparen en het beleid effectiever maken.
Vreemd is dat er wel de samenwerking met Theater de Bussel is gezocht. Dit lijkt een vreemde combi, zeker als er een alternatief als H19 beschikbaar is. Ik snap nog wel dat de gemeente de expertise van Jan-Hein Sloesen (voormalig directeur Theater de Bussel) wilde gebruiken, maar de verwikkeling van beide instellingen is een vreemde. Zeker als je daarbij constateert dat de directie van Outflow ieder jaar helemaal gewijzigd werd. Directieplekken bij Outflow zijn een prima stageplaats, maar er moet wel voor continuïteit gezorgd worden. Dat leek formeel door de vervlechting met de Bussel, maar in de praktijk kwam daar niets van terecht. De gemeente had gewoon een directielid langdurig in dienst moeten nemen, met naast zich studenten. Deze directeur hoeft geen uitpuilend CV te hebben, een afgestuurd NHTV-student had deze rol ook op zich kunnen nemen. Juist een jong iemand kan ook de lange termijn bewaken terwijl hij of zij ook nog de binding heeft met de jongeren. En dat het budget hiervoor verdubbeld moest worden (zoals Carla Bode roept) is natuurlijk ook onzin.
Door fouten aan de top stopt nu een aardig initiatief. Als er meer integraal gekeken was naar logische samenwerkingsverbanden, meer commerciële mogelijkheden en een manager die de lange termijn waarborgt, dan had Outflow nu een goedlopend centrum kunnen zijn in plaats van een duur en mislukt hobbycentrum
Laten de jongeren zich zelf lekker bezig houden met hun Honk, is ook gelijk een mooi leerproces. Ronnie Retro is zo ook begonnen en kijk maar eens waar het toe heeft geleid.
Er zijn geen ondernemers die brood en heil zien in het uitbaten van voorzieningen voor jongeren (12 tot 18 jarigen). Commercieel is dat niet aantrekkelijk. Verder is het maar de vraag of het de taak is van ‘ondernemers’ vorm te geven aan een gemeentelijk Jeugdbeleid. Die vraag is eigenlijk retorisch. Het antwoord is wat mij betreft: ‘Neen’. De lokale overheid is hier verantwoordelijk voor. Om een goed beleid uit te rollen, uit te voeren en te bestendigen zou beginnen met ‘logisch nadenken’ op bestuurlijk en operationeel niveau gewenst zijn
De overheid moet niet voor ondernemer willen spelen,daar heb je ondernemers voor en ondernemers zullen nooit geen ambtenaar kunnen worden. Trouwens noem eens 1 project dat door de overheid tot een succes is gemaakt, ik zou het niet weten, het kost altijd geld en is altijd gedoemd tot mislukken.