Opinie: Hup, aan het werk!
Dat we in een economische crisis zitten is geen nieuws, en dat dit ten koste gaat van banen ook niet. Dagelijks staan er berichten in de krant over faillissementen of ontslagen. En steeds kijkt de hele samenleving naar de overheid om dit probleem maar op te lossen. Maar kan de overheid dat wel? En moeten we dat wel willen?
Over het algemeen is Nederland best een liberaal land. We willen niet dat de overheid zich te veel met ons leven bemoeit, behalve dan op sociaal vlak. Maar met name op het gebied van arbeid en ondernemerschap willen wij Nederlanders dat de overheid zo min mogelijk regeltjes bedenkt die het werken lastiger maken of die tot extra kosten leiden. Tenzij het slecht gaat, of als we iets zien wat niet hoort. Dan kijken we al snel naar de overheid en dan het liefst ook nog eens in verwijtende zin. Waarom heeft de politiek dit niet voorkomen? Waar blijven de maatregelen?
Zo ook in het geval van de economische crisis. Afgelopen jaar hebben verschillende partijen zichzelf uitgeroepen tot ‘banenkampioen’ of als partij die ‘de banenmotor’ weer aan de gang zou krijgen. Vrij loze beloftes want de overheid creëert geen banen. Tenzij overheden meer ambtenaren aan gaan nemen, maar daar zit de Nederlander ook niet op te wachten. De overheid schept dus geen banen. Op twee manieren kan de overheid wel extra bedrijvigheid stimuleren: faciliteren van het bedrijfsleven of door te blijven investeren in projecten.
Investeringen
Om maar met het laatste punt te beginnen. De overheid kan de economie stimuleren door zelf meer te investeren. Dit is een gevaarlijke methode omdat de overheid bij teruglopende inkomsten blijft investeren en zo schulden opbouwt. Deze schulden moeten terugbetaald worden, inclusief de rente, en dit remt de economie weer af (je haalt namelijk geld uit de economie). Daarnaast werkt deze maatregel maar op een beperkt aantal terreinen.
Aan de andere kant hebben gemeenten ook ambities en die moet je ook in economisch moeilijke tijden nastreven waar dat kan. Met name investeringen die bijdragen aan het versterken van de structuur van de stad zijn goed te verdedigen. Het is zaak voor de overheid om een goed evenwicht te zoeken tussen noodzakelijke investeringen en investeringen die in deze tijd niet verantwoord zijn.
Faciliteren van bedrijven
De tweede manier waarop overheden de economie kunnen helpen is het optimaal faciliteren van bedrijven. Dat kan onder andere door een goede bereikbaarheid van de gemeente, goede communicatieverbindingen (bijvoorbeeld glasvezel), en vooral door zo min mogelijk beperkende regels op te stellen. Maar daar zit nu juist het pijnpunt.
Hoe ver wil je gaan om bedrijven aan je te binden of juist in de gemeente te houden? Ga je de grenzen van bestemmingsplannen opzoeken? Ga je voor een ruim vestigingsbeleid? Sta je de bouw van nieuwe kantoren of winkels toe als er ook veel gebouwen leeg staan? Deze vragen moet het college van B&W beantwoorden. Naar mijn mening kun je de grenzen van bestemmingsplannen opzoeken om bedrijven binnen de gemeentegrenzen te krijgen. Wat betreft het vestigingsbeleid ben ik wat kritischer. Het vestigingsbeleid wil zeggen dat je bepaalde soorten bedrijven wel stimuleert om te komen, en andere niet. Dit aspect loslaten om maar zoveel mogelijk bedrijven binnen te halen kan op korte termijn succesvol zijn, maar op de lange termijn is het een gevaar. Als de economie weer aantrekt wil je als gemeente een duidelijk profiel hebben, een bonte verzameling van bedrijven helpt daar niet bij en kan toekomstige bedrijven ook weer afschrikken. Als laatste de nieuwbouw van kantoor- of winkelpanden. Er is de afgelopen decennia nogal wat veranderd in de manier waarop wij naar het werken kijken. Flexplekken en Het Nieuwe Werken zijn in opkomst en vragen dus ook een andere indeling van een gebouw. Vanuit die insteek is nieuwbouw best te verdedigen. Daarnaast bestaat er nog altijd een perverse fiscale prikkel die er voor zorgt dat nieuwbouw van een kantoorpand goedkoper maakt dan het opknappen van een bestaand pand. Lokaal kun je daar niets aan doen, dus je zult continu kritisch een afweging moeten maken.
Visie
Waar het natuurlijk allemaal op terugkomt is visie. De gemeente Oosterhout moet een duidelijk beeld hebben waar zij economisch naar toe willen en dat stevig uitdragen. Natuurlijk zullen er de komende tijd nog ontslagen vallen en bedrijven uit de gemeente vertrekken, maar voor veel ondernemers is een gemeente waar het gemeentebestuur een duidelijke koers lijkt te hebben een goede partner.
En voor die visie moet Oosterhout eens niet doen alsof zij de enige in de wereld zijn, economisch beleid wordt meer en meer een regionaal onderwerp. Niet voor niets heeft de provincie Noord-Brabant een economisch actieplan (https://www.dialogic.nl/documents/2011.115-1224.pdf) opgesteld met daarin 4 kernregio’s. De regio Midden- & West-Brabant zou zich daarbij gaan richten op geavanceerd onderhoud van machines en op logistiek. Oosterhout zal hier een eigen plek in moeten vinden en daar de economische activiteiten op in moeten stellen. Dat kan dus best betekenen dat wethouder Willemsen toekomstige reisjes naar China of Brazilië moet laten schieten omdat er voor Oosterhout niets te halen is. Maar Oosterhout moet vooral niet apart willen doen, in dit opzicht is Oosterhout ondergeschikt aan de regio.
En dat ondergeschikt zijn is echt niet erg, want uiteindelijk zijn alle gemeenten ondergeschikt aan de regio. Wat uiteindelijk telt is dat Oosterhout de kansen grijpt die er zijn en zo een toekomstbestendige economie faciliteert. En dat allemaal met de beperkte invloed die het gemeentebestuur op de economie heeft. Naast de concrete en tastbare maatregelen als faciliteren en investeren kan de overheid nog één ander wapen inzetten: door visie inspireren. En laat dat nu het punt zijn waar de overheid vaak in tekortschiet…
Beste Ralph,
Boven de twee instrumenten die jij noemt heeft de overheid een verantwoordelijkheid. Namelijk die om de samenleving in een land te laten functioneren. In economisch opzicht betekent dat stabiliteit uitstralen en beloften nakomen. Liberaal nederland heeft de vrijheid genomen zich van eerdere beloften niets aan te trekken en daarmee het vertrouwen van de Nederlanders in politiek en economisch opzicht te ondermijnen.
Waar ik het mee eens ben is dat de overheid niet de enige verantwoordelijke is. Bedrijven zullen hun taken op moeten pakken. Als ondernemer wil ik de overheid dan wel oproepen processen te versimpelen. De hoeveelheid processen is een punt, maar de inefficiëntie per proces is ook een punt. Het ambtenarenapparaat lijkt vooral bezig zichzelf aan het werk te houden en daarbij de ondernemer alleen maar met extra regeldruk op te zadelen.