Opinie: Waarom we Arkendonk en De Blikken moeten sluiten

Hoera, hij is er weer, de discussie over de zwembaden. Je kon er de donder op zeggen dat die terug zou komen na de pijnpunten buurthuizen en Huis voor Cultuur. De zwemvoorzieningen is er een uit onze lijst van 20 punten. Aangezien zowel Arkendonk als De Blikken als een paar jaar steeds provisorisch worden opgeknapt, lijkt het duidelijk dat de gemeente op termijn afscheid wil nemen van deze baden. De feiten over deze zwembaden zijn inmiddels bekend, deze zwemvoorzieningen zijn op leeftijd. Vroeger werden zwembaden 100 jaar oud, maar tegenwoordig is 50 jaar al een heel respectabele leeftijd. Daar zijn beide baden nog niet, maar vers bloed kan geen kwaad.

Het is dan ook prettig om te lezen dat de Gemeente Oosterhout, geheel in de geest van operatie stofkam, voor een sobere nieuwe oplossing kiest die beide baden kan vervangen. Zij omschreven de nieuwe zwemvoorziening als volgt in BN/De Stem:

Het Oosterhouts college van B en W wil zwembad De Blikken in 2013 sluiten. In plaats van die zwemvoorziening moet er een overkapping komen over het vijftigmeterbad bij De Warande, zodat dat zwembad ook in de winter gebruikt kan worden. Op langere termijn willen B en W ook zwembad Arkendonk sluiten. In ‘ruil’ voor dat zwembad zou er een nieuw, efficiënt overdekt zwembad worden bijgebouwd op het terrein van De Warande. Het college legt dat voorstel tijdens de volgende raadsvergadering voor aan de gemeenteraad.

Er zijn gegronde redenen om de boel te sluiten, wederom een citaat uit BN/De Stem:

“De gemeentelijke zwembaden kampen nu met een jaarlijks exploitatietekort van zo’n 1,8 miljoen euro”, zegt sportwethouder Marian Janse. “De zwembaden mógen ook iets kosten, het lukt volgens mij geen enkele gemeente een zwembad kostendekkend te exploiteren. Maar in het collegeakkoord staat dat we het tekort wel terug wilden dringen, en dat kan met deze maatregelen.”

Rijk of arm?!

Oosterhout heeft door de spreiding van voorzieningen zowel last van rijkdom als armoede. Ja, je bent rijk als je in drie stadsdelen een zwembad hebt, maar als dat zwemvoorzieningen betreffen van 30 tot 40 jaar oud, dan is het eigenlijk armoede. In een stad als Oosterhout zijn de afstanden zeker niet groot en als je dan alle zwemvoorzieningen kunt concentreren, dan ben je uitendelijk als burger wel eenvoudiger uit. Daarbij is de discussie over De Blikken in vergelijking met de discussie over Arkendonk een non-discussie in mijn ogen. Als je bij De Blikken staat tref je een kilometer later het terrein van de Warande, zo wordt het bijna logisch om die voorzieningen samen te voegen.

Een zwembad voor Noord

Oosterhout-Noord kreeg Arkendonk als sportcentrum. De reacties zijn terecht dat zo’n voorziening belangrijk is voor de buurt. Aan de andere kant is Arkendonk gerealiseerd in een periode dat er weinig tweede autobezit was, en er dus wel een zwembad in de buurt moest zijn. Tegenwoordig staat bij het gros van de huishoudens twee auto’s voor de deur en hebben we een heuse generatie achterbankkinderen. De ligging van Arkendonk is daarbij zowel de achilleshiel als het grote voordeel. Het sportcentrum ligt midden tussen de woningen en vooral op zwemlesavonden en met zaterdagse sportwedstrijden is het er enorm druk en onveilig. Er is ook geen ruimte voor uitbreiding om het zwembad toekomstbestendig te houden. Arkendonk kent dus nog enkele echte twistpunten, waar De Blikken eigenlijk wel een duidelijk verhaal is.

De stop eruit, de kogel erin

Ik heb al eens eerder geschreven over de zwembaden. Ik zie dit als een soort vervolg en hoop dat jullie me mee willen denken. De investeringen in een sobere overkapping van het 50 meterbad op de Warande en de bouw van een eenvoudig binnenzwembad sluiten wat mij betreft nog steeds niet aan bij het ambitieniveau wat Oosterhout zou moeten hebben, maar ik durf wel afscheid te nemen van het subtropische zwemparadijs. Een realistische blik is nodig. De discussie over deze oplossing wordt zoals altijd bepaald door geld, zie hieronder het citaat uit BN/De Stem:

Hoewel het college er op aanstuurt haar drie bestaande zwembaden te vervangen door één (gedeeltelijk nieuwe) zwemvoorziening, gaan de Oosterhouters er volgens Janse uiteindelijk op vooruit. “We kunnen met minder geld een voorziening van betere kwaliteit realiseren.”

De dialoog met de gebruikers is in dit dossier al tot in den treure gevoerd. De clubs willen niet, vrezen hogere huren en willen eigenlijk hun thuishonk niet kwijt. Juist deze clubs zou je in een vorm van co-creatie mee moeten laten denken over de nieuwe voorzieningen. Dat kan eenmalig wat hogere kosten meebrengen, maar creëert wel draagvlak. Omdat het college recent al een impopulair besluit heeft genomen over de buurthuizen kan het zich hier van een goede kant laten zien. Door de clubs het voordeel te laten zien kun je afscheid nemen van twee verouderde zwemaccomodaties.

Daarnaast moet ook de oosterhoutse burger betrokken worden. Ondergetekende heeft waarschijnlijk al zeker 8 jaar niet meer in een van onze gemeentelijke zwembaden gezwommen. De gemeente vraagt echter niet aan mij waarom ik daar niet kom, en ik zou ze het wel kunnen vertellen, maar dat zou precies de verkeerde volgorde zijn. Beste gemeente, ga eens inventariseren wie er bij jullie zwemt en vraag dan eens aan degenen die niet komen waarom ze niet komen.

Geen antwoord

Had je een antwoord verwacht toen je dit artikel begon te lezen op basis van de titel? Ik wil het antwoord niet geven, maar vooral een lans breken om naar de feiten te kijken en hier een goede discussie over aan te gaan. Ik wil oproepen om vanuit iedere partij wat breder te kijken zodat deze discussie over de zwembaden niet polariseert, maar juist verbind. De verhoudingen in de raadszaal staan al op scherp en het zou niet fraai zijn als de zwembaden nu het waterloo van het college zou worden.